TPRS
Binnen het taalonderwijs wordt steeds vaker gesproken over TPRS. De afkorting TPRS zorgt vaak voor verwarring omdat velen ervan uitgaan dat de T, P en R ook hier staan voor Total Physical Response. Soms wordt de methode ook TPR Storytelling genoemd.
TPRS staat echter voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Grondlegger van deze methodiek is Blaine Ray, een voormalige Amerikaanse docent Spaans. Hij werkte aanvankelijk met TPR, maar kwam al vrij snel tot de conclusie dat de mogelijkheden van TPR beperkt zijn. Hij loste dit op door verhalen te vertellen. ‘Storytelling’ is immers een bekende techniek om het langetermijngeheugen te versterken.
Daarnaast baseerde Blaine Ray zich op de principes van Stephen Krashen ’s theorieën over taalverwerving. Hij verfijnde zijn methode in de jaren 1990 en heeft sindsdien vele workshops gegeven en materialen ontwikkeld om taalleerkrachten te helpen deze benadering toe te passen in hun klaslokalen.
Zijn focus ligt op het creëren van een interactieve en betrokken leeromgeving waarin leerlingen begrijpelijke input en heel veel herhaling van belangrijke woorden en zinsstructuren krijgen aangeboden worden en zo aangemoedigd worden om de doeltaal te gebruiken en te begrijpen door middel van “verhalen vragen” en het “cirkelen”. De leerkracht en de leerlingen maken samen een verhaal met een bepaalde zinsstructuur. De leerlingen schrijven deze verhalen ook op. De leraar moet ervoor zorgen dat de leerlingen geïnteresseerd blijven door afwisseling te brengen in wat ze leren en de vragen die gesteld worden. Dit wordt ook wel "cirkelen" genoemd. Alles wat wordt gezegd moet begrijpelijk zijn, dus er wordt veel gewerkt met foto's en vertalingen.
Persoonlijk vind ik TPRS niet zo gemakkelijk om te doen. Het kost tijd om het onder de knie te krijgen.
Wellicht heeft mijn aversie voor deze werkvorm grotendeels te maken met mijn doelgroep van heel laagopgeleide (of zelfs analfabete) totale beginners. Ik heb immers geen gemeenschappelijke taal met mijn leerlingen waardoor ze zelf geen ideeën kunnen aanbrengen.
Een variant op TPRS is een TPRS met story script. Deze werkwijze is wel heel bruikbaar voor laagopgeleide cursisten in een beginnersgroep. Hier bepaal je zelf als leerkracht hoe het verhaal opgebouwd wordt. Dat heeft als voordeel dat je met foto’s kan werken, waardoor je begrijpelijke input kan geven. De cursisten hoeven zelf geen ideeën te geven (lukt immers ook niet in een beginnersgroep waar de cursisten enerzijds nog onvoldoende woordenschat hebben om ideeën in de doeltaal aan te reiken en anderzijds geen gemeenschappelijke taal met de leerkracht hebben).
TPRS staat echter voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Grondlegger van deze methodiek is Blaine Ray, een voormalige Amerikaanse docent Spaans. Hij werkte aanvankelijk met TPR, maar kwam al vrij snel tot de conclusie dat de mogelijkheden van TPR beperkt zijn. Hij loste dit op door verhalen te vertellen. ‘Storytelling’ is immers een bekende techniek om het langetermijngeheugen te versterken.
Daarnaast baseerde Blaine Ray zich op de principes van Stephen Krashen ’s theorieën over taalverwerving. Hij verfijnde zijn methode in de jaren 1990 en heeft sindsdien vele workshops gegeven en materialen ontwikkeld om taalleerkrachten te helpen deze benadering toe te passen in hun klaslokalen.
Zijn focus ligt op het creëren van een interactieve en betrokken leeromgeving waarin leerlingen begrijpelijke input en heel veel herhaling van belangrijke woorden en zinsstructuren krijgen aangeboden worden en zo aangemoedigd worden om de doeltaal te gebruiken en te begrijpen door middel van “verhalen vragen” en het “cirkelen”. De leerkracht en de leerlingen maken samen een verhaal met een bepaalde zinsstructuur. De leerlingen schrijven deze verhalen ook op. De leraar moet ervoor zorgen dat de leerlingen geïnteresseerd blijven door afwisseling te brengen in wat ze leren en de vragen die gesteld worden. Dit wordt ook wel "cirkelen" genoemd. Alles wat wordt gezegd moet begrijpelijk zijn, dus er wordt veel gewerkt met foto's en vertalingen.
Persoonlijk vind ik TPRS niet zo gemakkelijk om te doen. Het kost tijd om het onder de knie te krijgen.
Wellicht heeft mijn aversie voor deze werkvorm grotendeels te maken met mijn doelgroep van heel laagopgeleide (of zelfs analfabete) totale beginners. Ik heb immers geen gemeenschappelijke taal met mijn leerlingen waardoor ze zelf geen ideeën kunnen aanbrengen.
Een variant op TPRS is een TPRS met story script. Deze werkwijze is wel heel bruikbaar voor laagopgeleide cursisten in een beginnersgroep. Hier bepaal je zelf als leerkracht hoe het verhaal opgebouwd wordt. Dat heeft als voordeel dat je met foto’s kan werken, waardoor je begrijpelijke input kan geven. De cursisten hoeven zelf geen ideeën te geven (lukt immers ook niet in een beginnersgroep waar de cursisten enerzijds nog onvoldoende woordenschat hebben om ideeën in de doeltaal aan te reiken en anderzijds geen gemeenschappelijke taal met de leerkracht hebben).
|
In dit filmpje zie je Blaine Ray 'himself' aan het werk. Hij geeft hier uitleg aan leerkrachten over de manier waarop je een verhaal vraagt.
Jammer genoeg stelt hij de vragen in het Engels en gebruikt hij geen andere demo-taal. Bovendien gedragen de leerkrachten zich als voorbeeldige leerlingen die netjes samen antwoorden en precies doen wat hij vraagt, waardoor de les wel héél vlot verloopt. Niet echt zoals in de realiteit, dus. |
|
In 2019 volgde ik een Language Lab Frans op de conferentie van Agen. Dit taallab werd gegeven door Sabrina Sebban-Janczak, die de werkvorm TPRS meesterlijk beheerst. Ze lijkt wel een jongleur die heel veel ballen tegelijkertijd in de lucht houdt. Ik was en ben nog steeds onder de indruk van haar manier van lesgeven.
Ik heb ontzettend veel van haar geleerd en heb heel veel van haar 'trucjes' overgenomen. In het filmpje geef ik telkens meer uitleg bij wat je ziet. Met dank aan Sabrina Sebban-Jaczak voor de toestemming om dit filmpje op mijn website te zetten! |
Dank aan de deelnemers die herkenbaar in beeld zijn voor hun toestemming
|
In dit filmpje zie je Martina Bex aan het werk.
Op haar website vind je meer informatie. |